Voor
de oorsprong
van
(Oostbroek-)De Bilt zie op deze internetpresentatie ook ► 900
jaar De
Bilt? en ► De vermeende Ierse wortels van De Bilt.
Uitvoerig
over de
oudste geschiedenis C.J.C. Broer, Monniken in
het
moeras
(Utrecht 2011). |
Waar(om)
is dat feestje?
Kanttekeningen
bij de
viering van het Bilts jubileum
door Charlotte J.C. Broer
Te citeren als: C.J.C. Broer, ‘Waar(om) is dat feestje? Kanttekeningen bij de viering van het Bilts jubileum’
(www.broerendebruijn.nl/Feestje.html, versie van [datum], geraadpleegd
op [datum]).
|
|
De gemeente De Bilt
vierde in 2013 het 900-jarig bestaan. Dat is minstens negen jaar te
vroeg.
Dat wisten
ze in De Bilt zelf inmiddels ook wel. Daarom beschouwde men het gekozen
ontstaansjaar
verder maar als symbolisch. Daar heb ik niet veel moeite mee en ik gun
iedereen
zijn of haar feestje.
Wat me als historica echter
stoort, is hoe men zich in De Bilt verder volkomen onverschillig
betoonde over
wat werkelijk van de geschiedenis van de eigen omgeving bekend is.
Aangrijpen
van een jaartal leek te betekenen dat men het verleden ziet als een
soort
grabbelton, waarin men naar believen mag grabbelen en willekeurig uit
kan
putten. En dan wordt het een wonderlijk allegaartje!
Een frappant voorbeeld
hiervan vormde de uitnodigingsbrief van de Stichting 900 jaar De Bilt
voor de
officiële opening op 14 maart 2013. Daarin lezen we in de eerste alinea:
‘In 2013 viert de
gemeente
De Bilt dat zij 900 jaar geleden ontginningsrechten heeft gekregen voor
het
gebied van Oostbroek tot Westbroek.’
Wat er alleen in deze
openingszin al niet klopt:
De gemeente De Bilt kreeg
900 jaar geleden geen ontginningsrechten voor het gebied van Oostbroek
tot
Westbroek, want:
- de
gemeente De Bilt bestond in 1113 nog niet, en dat gold ook voor een
eventuele rechtsvoorgangster, het gerecht Oostbroek c.a.;
- in
1113 werden er geen ontginningsrechten verleend (zie hierna), laat
staan dat dit gebeurde voor het hele gebied van Oostbroek tot
Westbroek. Deze gebieden hadden toen niets met elkaar van doen, en
zouden dat nog lang niet hebben;
- als
men al aan 1113 wil vasthouden, omdat door sommigen wordt aangenomen
dat uit dat jaar een stuk dateert waarin melding gemaakt wordt van het
bestaan dan al van maar liefst twee kloosters in dit gebied, dan moet
men het daarbij laten. Van ontginning en het recht om die te beginnen
wordt namelijk in dit stuk niet gesproken; en bovenal
- van
die ontginningen is en kan pas sprake zijn na uitvaardiging van een
oorkonde in 1122,
waarin roomskoningin Mathilde aan de jonge kloostergemeenschap van
Sint-Laurens in het Oostbroek het omliggende moeras- en aangrenzende
veengebied schenkt, met dusdanige rechten, dat aangenomen mag worden
dat die ontginning eerst dan vanuit het klooster kan en zal worden
ondernomen.

De gerechten in het gebied van
de latere gemeente De Bilt omstreeks 1400. Uit: J. van der Spek, Van
Oostbroek tot Westbroek (De
Bilt 2007) 19.
In de derde alinea vervolgde
de uitnodigingsbrief van de Stichting 900 jaar De Bilt met:
‘Waarom 14 maart?
Tegenwoordig wordt in De Bilt op 14 maart Mathildedag gevierd. Deze dag
herinnert aan de schenking van de gronden van het huidige De Bilt aan
het
nieuwe klooster Oostbroek. De schenking gebeurde door de Duitse
keizerin
Mathilde. Wat in het jaar 1113 begon met het verkrijgen van
ontginningsrechten
voor het gebied van Oostbroek tot Westbroek, is [….]’
Ja, waarom 14 maart?
- Deze
datum is ontleend – nee, niet aan een stuk uit 1113 maar – aan de
voornoemde oorkonde uit 1122, waarin aan de jonge abdij van
Sint-Laurens het moerasgebied Oostbroek met het aangrenzende veen wordt
geschonken. Of men dat dan gelijk mag stellen met ‘de gronden van het
huidige De Bilt’? Delen van wat toen geschonken werd behoren nu tot de
huidige gemeente Utrecht, en tot de huidige gemeente De Bilt behoren
gebieden die toen in geen geval aan Sint-Laurens werden geschonken.
Hooguit was er in 1122 sprake van vorming van het gerecht Oostbroek,
dat gezien mag worden als rechtsvoorgangster van de gemeente De Bilt,
die in haar huidige vorm ook andere voormalige gerechten omvat
(Maartensdijk (= Herbertskop en Oostveen), Achttienhoven, Westbroek).
- De
oorkonde van Mathilde uit 1122 kan overigens niet dateren van 14 maart,
omdat keizerin Mathilde toen onmogelijk in Utrecht kan zijn geweest om
daar deze schenking te doen. Ze moet veeleer zijn uitgevaardigd op 14
mei 1122, toen de keizer en keizerin in Utrecht het Pinksterfeest
vierden, ter gelegenheid waarvan toen deze schenking werd gedaan.
- Hoe
dan voorts in de onderhavige brief ineens weer het jaar 1113 gekoppeld
wordt aan ‘het verkrijgen van ontginningsrechten voor het gebied van
Oostbroek tot Westbroek’ is even raadselachtig als ongerijmd.
- ‘Van
Oostbroek tot Westbroek’ is ongetwijfeld ontleend aan een eerder
verschenen publicatie van Joost van der Spek uit 2007, en als titel van
een boek, waarin de geschiedenis van een gebied in haar diversiteit
wordt geschetst, een heel aardige. Maar de zinsnede nu blindelings en
zonder verder nadenken koppelen aan een jaartal en een veronderstelde
historische gebeurtenis is absurd. Oostbroek en Westbroek en alles wat
er aan Achttienhoven en Maartensdijk tussen ligt zijn zeer diverse
gebieden, met elk een eigen geschiedenis en ontwikkeling, die
natuurlijk samenhang vertoont, maar ook uiteenlopend is: er is sprake
van verschillende beginpunten, gezagsrechten, overige gerechtigden.
- Met
Oostbroek heeft Westbroek vooralsnog geen andere binding dan dat
mogelijk de abdij van Sint-Laurens behalve ten aanzien van Oostbroek
kort nadien ook ten aanzien van Zuilen en het daarbij behorende
ontginningsgebied Westbroek rechten heeft verworven, maar – anders dan
in Oostbroek – er niet in is geslaagd die ontginningen van de grond te
doen komen en daarop dit bezit en deze rechten Zuilen en Westbroek ook
weer grotendeels heeft afgestoten. De verbinding tussen (Oostbroek-)De
Bilt en Westbroek is eerst in de twintigste eeuw tot stand gekomen.
- Van
De Bilt zelf was 900, maar ook 891 jaar geleden nog in het geheel geen
sprake. Mogelijk valt een voorzichtig begin ervan (enkele
gebouwen) aan te nemen vanaf ongeveer 1139, toen op de plek waar nu het
KNMI gevestigd is het Vrouwenklooster werd gesticht. De naam De Bilt
lijken we eerst in de veertiende eeuw vermeld te vinden.

De kernen van de tegenwoordige
gemeente De Bilt: 1. Westbroek-Achttienhoven; 2. Hollandsche Rading; 3.
Maartensdijk; 4. Groenekan; 5. Bilthoven; 6. De Bilt. Uit: J. van der
Spek, Van Oostbroek tot Westbroek, 111.
|