Startpagina | Inhoudsopgave | Lezingen
| Uitgaven
| Vrijwaring | Contact |
|
Zie ook over Tilburgse geschiedenis
ook: ► Hoe oud is Tilburg? ► Het leengoed Ter Rijt als domaniale kern van het dorp en de heerlijkheid Tilburg ► De herdgang de Rijt in Tilburg en de daar gelegen hoeve Ter Rijt ► Het domein Korvel in Tilburg ► Schôon en lillek. De teloorgang van een Tilburgs wevershuis ► Afstamming van de heren van Tilburg? |
Wikipedia en het ontstaan van de Tilburgse
textielindustrie door Martin W.J. de Bruijn Te citeren als: M.W.J. de Bruijn, ‘Wikipedia en het ontstaan van de Tilburgse textielindustrie’ (www.broerendebruijn.nl/Tilburgsetextielindustrie.html, versie van [datum], geraadpleegd op [datum]). Wikipedia wordt door veel mensen gebruikt en ik doe dat zelf ook. Toch blijft het nodig de gegevens op deze vrije internetencyclopedie uitvoerig te checken. Dat wil ik op deze webpagina weer eens aan de hand van een voorbeeld laten zien. Eerder hebben Lotty Broer en ik dat al gedaan door de gegevens op Wikipedia eens aan de bronnen en nieuwe inzichten te toetsen (zie hiervoor de webpagina ► De vroegmiddeleeuwse geschiedenis van Utrecht op Wikipedia). Op deze pagina wil ik hetzelfde doen met de gegevens die Wikipedia biedt over het ontstaan van de Tilburgse textielindustrie. Hier lezen we: ‘Reeds in de 18e eeuw werd door
kooplieden uit Leiden
en andere Hollandse textielsteden wol ingekocht, onder meer vanuit Spanje
dat, na
gesorteerd te zijn, in bezit kwam van Tilburgse lakenreders,
die een groot aantal bewerkingen in thuisarbeid
lieten verrichten. Tussen 1691 en 1724
alleen al vestigden zich dertien Leidse drapeniers
in Tilburg. Zij brachten kennis mee die aan de plaatselijke bevolking
werd
overgedragen en door hen toegepast. Het ruwe laken werd aanvankelijk
naar
Holland teruggestuurd om de eindbewerkingen, zoals vollen en verven, te
ondergaan. Pas tegen het einde van de 18e eeuw vonden deze bewerkingen
meer en
meer in Tilburg zelf plaats. Volmolens bevonden zich in de wijde
omgeving van
Tilburg, maar niet in Tilburg zelf. De eerste kwam pas in 1799 tot
stand. In 1739
waren er in
Tilburg 700 weefgetouwen die voor Leidse lakenhandelaren werkten.
Omstreeks het
einde van de 18e eeuw werd ook het verven van de weefsels in Tilburg
verricht.
Bekende lakenverversfamilies waren Van Spaendonk, Suys
en Verbunt.
Ook het apprêteren geschiedde toen meer en meer in
Tilburg.’
|
![]() |
Het
lijkt erop dat het bovenstaande ontleend is aan een of meer
publicaties met verouderde gegevens. Onderaan de webpagina wordt als
bron genoemd P.J.M. van
Gorp, Tilburg eens de wolstad van
Nederland. Bloei en ondergang van de
Tilburgse wollenstoffenindustrie (Eindhoven 1987). Zoals de
subtitel al
aanduidt gaat dit boek vooral over de bloei en ondergang van de
industrie. Van Gorp’s werk is vooral van belang vanwege de technische
gegevens over de productie en de ondergang, niet voor het ontstaan en
de ontwikkeling vóór het eind van de achttiende eeuw. Integendeel zelfs. Al in de negentiende eeuw is vastgesteld dat de oorsprong van de Tilburgse textielindustrie veel ouder is. Ik noem hier de dissertatie van B. Dijksterhuis, Bijdragen tot de geschiedenis van de heerlijkheid Tilburg en Goirle (Tilburg 1899). In het hoofdstuk Nijverheid en Handelsverkeer zette hij aan de hand van de toen beschikbare bronnen uiteen dat al in de zeventiende eeuw wolnijverheid in Tilburg zeer aanzienlijk was. De gegevens werden vervolgens in 1942 aangevuld door P.C. Boeren in Het hart van Brabant. Schets eener economische geschiedenis van Tilburg, die vaststelde dat de Tilburgse wolnijverheid al eerder, in de Late Middeleeuwen, belangrijk was. Het heeft weinig zin hier een opgave te doen van de resultaten naar de resultaten van het voortgezet onderzoek in de tweede helft van de twintigste eeuw. Mede op basis van mijn eigen aandeel daarin heb ik de resultaten over de oorsprong en de vroege gegevens weergegeven in een hoofdstuk over de economische ontwikkeling in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd in het standaardwerk over de geschiedenis van mijn geboortestad: Tilburg stad met een levend verleden (Tilburg 2001): ‘Natuur, arbeid en kapitaal. Economisch leven 1450-1780’, bladzijde 108-124, noten met bronopgaven 538-539. In ieder geval importeerden in de tweede helft van de veertiende eeuw Noord-Brabantse ondernemers, onder wie een Thomas van Tilburg, Engelse wol op Vlaardingse schepen vanuit de haven Great Yarmouth. Een dergelijke import duidt op een ontwikkelde nijverheid met zelfstandige ondernemers. Al eerder was door het werk van de economisch historicus N.W. Posthumus, De geschiedenis van de Leidsche lakennijverheid (Leiden 1908) bekend geworden dat rond het midden van de vijftiende eeuw drie Tilburgse vollers naar Leiden trokken, wat erop duidt dat er toen al contacten met Holland bestonden. Dat de weergave van het ontstaan en de eerste ontwikkeling van de Tilburgse textielindustrie op Wikipedia zo gebrekkig en onvolledig is, is waarschijnlijk te wijten aan de auteur van deze pagina, Fred Lambert, die zich daarin klaarblijkelijk niet verdiept heeft. Het is te hopen dat vanuit Tilburg deze en andere lacunes op het gebied van de Tilburgse geschiedenis nog eens nader aangevuld en gecorrigeerd worden. Anders is de kans groot dat met name door het toenemend gebruik van kunstmatige intelligentie het effect van dergelijke verkeerde voorstellingen nog verder gaat toenemen. |